Hardlopen heeft me altijd aangesproken en ik heb vroeger meerdere keren meegedaan aan wedstrijden. Op de middelbare school werd er jaarlijks een wedstrijd georganiseerd waar ik in mijn eerste jaar als tweede van mijn klas eindigde op de zes kilometer. Bij het startsignaal renden alle deelnemers met volle kracht weg, maar na een paar honderd meter veranderde voor de meeste deelnemers de toewijding ten opzichte van de race. Je kon aan de gezichten aflezen wie er van plan waren op te geven. Voor hen was het al voorbij voordat het echt was begonnen. Ik zette door en stond na twee kilometer op de tweede plaats. Met zo een dertig meter voorsprong leidde mijn klasgenoot de koppositie.
Na vier kilometer was ik zo moe dat mijn lichaam met me in discussie ging. Mijn benen adviseerden mij om even te stoppen en vijf seconden uit te rusten aangezien er toch niemand in de buurt was om mijn positie in gevaar te brengen. Maar ik wist dat als ik ook maar een seconde stil zou staan, ik niet meer verder zou kunnen gaan dus besloot ik door te rennen. Daarna begonnen mijn longen te klagen. Ik had geleerd hoe ik moest ademen tijdens het rennen, maar verslikte mij. Even dacht ik bij mezelf “ik moet even op adem komen, ik hoef hier echt niet voor te sterven.” Echt dramatisch, maar er ging echt van alles door mijn hoofd, zelfs dingen die niets met het moment zelf te maken hadden. Ik was ervan overtuigd dat ik goed was voorbereid op deze race en ook lichamelijk goed in conditie was en geen gevaar liep op een ernstige blessure dus ik besloot om er helemaal voor te gaan. Uiteindelijk voelde ik mijn benen niet eens meer en daarmee ook de pijn niet meer – het leek alsof ik in de lucht liep. We hadden nog ongeveer tweehonderd meter te gaan en mijn klasgenoot liep nu zo een veertig meter voor mij uit. In de laatste sprint won ik er een paar meter bij maar ik bleef en eindigde als tweede. Het was een geweldige persoonlijke prestatie.
Toen ik terugkeek op de race besefte ik dat opgeven een makkelijke beslissing zou zijn geweest. Maar ik wist ook dat ik dan nooit zou voelen hoe het zou zijn om met mijn handen omhoog die finish te halen. En geloof me, het was het echt wel waard.
Opgeven of doorzetten?
Het is heel logisch dat we willen opgeven wanneer we het zwaar te verduren krijgen. En opgeven kan soms ook een moeilijke beslissing zijn, maar toch is opgeven bijna altijd gemakkelijker dan doorvechten. Het is nou eenmaal gemakkelijker om los te laten, om te draaien en weg te lopen dan extra inspanning te moeten leveren om door te zetten. Maar je moet jezelf de vraag stellen waar je voor vecht en waarom. Wat aan het einde van de finish op jou wacht, is bepalend voor het verloop van de race. Ik kom uit een familie die alles moest achterlaten en moest vluchten vanwege oorlog. Ik geloof dat ik ben bevoorrecht met de kans om nu zelf te mogen kiezen hoe ik over de finish zal lopen. Als ik niet met mijn handen omhoog over de finishlijn loop, is dat een belediging voor de kans die ik heb gekregen om deze race te mogen lopen.
Winnen is mijn eerbetoon aan God en het leven. Mijn drang om te winnen is niet alleen voor mezelf. Winnen is voor mijn vrouw en mijn kinderen, die ik met liefde in mijn hart draag. Winnen is voor mijn ouders, die hun vier kleine Angolese kinderen een betere toekomst wilden geven en daarvoor alles achterlieten. We winnen namelijk niet alleen voor onszelf, we winnen ook voor anderen die door onze overwinningen worden geïnspireerd om hun race door te zetten. Winnen is aan mij nagelaten door de mensen die mij voorgingen. Winnen is mijn recht en daar maak ik gebruik van. Winnen in het leven is niet als eerste over de finishlijn lopen, winnen is hóe je over de finishlijn loopt. Opgeven is een optie, maar geen optie die ik van plan ben te gaan gebruiken.
Geen enkel obstakel is groter dan jouw bestemming
Om een race tot het einde uit te lopen, moet je vooraf al beslissen dat je het gaat afmaken, anders zal je onderweg aan niets anders denken dan opgeven. Als je kunt visualiseren hoe je leven achter de finishlijn eruit ziet, heb je iets om naartoe te rennen. Schrijf voor jezelf een notitie met de belangrijkste redenen waarom je niet mag opgeven en zorg dat je die altijd bij je draagt. Herinner jezelf er dagelijks aan want hoe groter je beweegredenen zijn, des te groter je gedrevenheid en motivatie zullen zijn. Het maakt totaal niet uit waar je aan begint in het leven, er zullen altijd complicaties zijn die redenen naar voren zullen brengen om op te geven. De keus of je opgeeft of doorgaat zal altijd aan jou zijn. Onthoud dat geen enkel obstakel dat voor je staat groter is dan je bestemming. Als je er niet omheen kan, moet je er overheen en als dat niet kan dan maar dwars er doorheen!
Recente reacties