Vorige maand schreef ik voor Internationaal Ambitieus een artikel over het fenomeen ‘makamba pretu’. Eén van de vele redenen waarom Curacao kampt met een brain drain; het grote aantal hoogopgeleiden dat het eiland verlaat voor studie en/of werk en niet meer terugkeert.
Een consequentie van deze brain drain is een relatief groot aantal vacatures die niet door lokale krachten kan worden ingevuld. De ruim 31.000 immigranten die Curaçao telt (>20% van de totale bevolking) zijn voor een groot deel om die reden op het eiland komen wonen.
Tijdelijk verblijf
De meerderheid van de hoogopgeleide immigranten woont voor slechts enkele jaren op Curaçao. Vaak omdat er vanuit de werkgever een tijdelijk contract wordt aangeboden, maar nog vaker uit eigen keuze. Immigranten geven aan op een gegeven moment “uitgeleerd” te zijn en willen terugkeren naar familie en vrienden in het geboorteland, waar carrièreperspectieven, maar ook vaak de leefomstandigheden beter zijn. Enerzijds is het goed dat immigranten ruimte maken voor eventuele (teruggekeerde) eilandskinderen, maar anderzijds vertrekt er met de remigrerende immigraten een heleboel relevante kennis en ervaring.
Ik hoor ook vaak collega-immigranten zeggen dat het komen en gaan van mensen ze op een bepaald moment tegen gaat staan. Keer op keer opnieuw beginnen met contacten leggen is maar een paar jaar leuk. Dit bevordert een lang verblijf op Curaçao niet, en zo blijft de neerwaartse vertrek-spiraal bestaan..
Dubbele brain drain
Eigenlijk heeft Curaçao dus te kampen met een dubbele brain drain; zowel door vertrekkende Yu’i Korsou als door uitgeleerde immigranten. Een fenomeen dat er voor zorgt dat het eiland niet zo snel ontwikkelt als het wellicht zou willen. Je zet 10 stappen vooruit, maar valt daarna weer 9 stappen terug.
In het dagelijks leven lopen we hier ook regelmatig tegenaan, zowel in ons werk als daarbuiten. Een bedrijf hier op het eiland heeft in 17 jaar 12 (Nederlandse) directeuren versleten. Toen mijn vriend en ik hierheen verhuisden hebben we zó vaak de vraag gekregen hoe lang we gingen blijven dat het voelde als een soort psychologische test. Na mijn eerste bezoek aan Nederland kreeg ik nóg een keer diezelfde vragen, want de eerste keer “naar huis” roept vaak gevoelens van heimwee op bij immigranten. Gelukkig had ik daar totaal geen last van, vond ik het juist heerlijk om weer terug te zijn.
Maar die vragen zijn natuurlijk volkomen begrijpelijk; je investeert als bedrijf veel geld in het halen en ontwikkelen van mensen. Als die er vervolgens na een jaar de brui aan geven is alles voor niets geweest. Zeker als ze vertrekken van het eiland en letterlijk onbereikbaar zijn voor kennisoverdracht.
Ook in ons sociale leven merken we (onbewust) het effect van deze brain drain. Gelukkig hebben we nog relatief weinig mensen naar het vliegveld hoeven brengen, maar we merken wel dat we al een soort van “afhaken” als blijkt dat iemand bijvoorbeeld maar voor een half jaar op het eiland zal zijn. Je investeert, hoe belachelijk het ook klinkt, gewoon liever niet in mensen waarvan je weet dat ze toch weer snel gaan vertrekken. Iemand die maar een half jaar blijft moet wel héél leuk zijn, wil je er tijd en energie in stoppen.
En nu?
Maar hoe moet Curaçao dan verder? Hoe kan zo’n klein eiland dit proces een halt toe roepen? Hoe kan het mensen weerhouden om weer te vertrekken?
Het antwoord op deze vraag is niet zo eenvoudig. Het ligt namelijk voor het grootste deel buiten de beïnvloedingssfeer van Curaçao zelf.
Het missen van familie en vrienden is iets dat niet op te lossen is.
Betere leefomstandigheden, gezondheidszorg, onderwijs en minder criminaliteit staan al jaren hoog op de agenda van de lokale politiek.
En het gevoel hebben “uitgeleerd” te zijn is iets wat Curaçao niet voor je kan veranderen, daar moet je zelf voor waken. Er zijn op het eiland meer dan voldoende manieren om jezelf uit te blijven dagen. Dit kan door middel van trainingen en cursussen (al dan niet in het buitenland), het oppakken van nieuwe projecten binnen je werk, desnoods het zoeken naar een nieuwe (bij)baan. Zo geef ik in de avonduren les aan deeltijd HBO studenten, iets wat ik in Nederland nooit voor mogelijk had gehouden!
Curaçao mag dan klein zijn, als je echt wil kan er heel veel. Maar je kunt niet verwachten dat Curaçao het voor je doet. Je bent er zélf verantwoordelijk voor. En zeg eens eerlijk: voelt dat niet eigenlijk veel uitdagender?
Recente reacties