Nu ik op een bepaald punt ben gekomen in mijn leven, vraag ik mijzelf af wat de rode draad is geweest. Zodat ik weet waar mijn toekomst ligt, door al mijn kleinschalige vrijwilligerswerk heen. Iets in mijn persoonlijkheid moet zijn overgebleven om op voort te borduren en daarom een kort retrospectief. Tijdens mijn ambtenarentijd had ik de naam ´De Missionaris´. Ik wilde altijd de wereld verbeteren, mensen helpen. Achteraf kun je zeggen dat toen mijn belangrijkste norm is ontstaan: vrijheid om je met mensen te verbinden.
Ik werkte met twee grote voorbeelden: Dutch Schrier en Wilfred Hendrikse. Allebei ondernemers pur sang met een enorme kracht om mensen voor zich te winnen. Geen corruptie. Als ambtenaar zorgde ik ervoor dat de regeltjes die wij moesten volgen, hen niet teveel zouden beperken. We werden vrienden, de borrels samen en de logeerpartijen waren een tegenprestatie voor mijn diensten als ambtenaar. Bovendien legde Dutch voor ons een rotsentuin aan, zijn specialiteit. Als corruptie heb ik het nooit beschouwd, want ik heb geen regels veranderd of vergunningen vervalst. Er was gewoon een goed werkbare relatie ontstaan vol wederzijds begrip en vertrouwen.
Vredestichting
In mijn werk voor het Secretariaat Stadsvernieuwing kon ik verder uitbouwen door het organiseren van Ban Topa’s, gezellige bijeenkomsten, en het schrijven van een nieuwsbrief. Iedereen kreeg de ruimte om zichzelf te zijn en verbindingen te leggen met anderen; de werksfeer werd verhoogd. Helaas ging dit niet gepaard met nieuwe financieringsprogramma’s, waardoor de relaties niet verder gevoed konden worden en mijn pogingen tot vredestichting in de praktijk niet veel opleverden. Ik vertrok.
Relatiebeheer
Mijn kwaliteiten werden wel gezien door Stichting Monumentenzorg en Theater Luna Blou, die mij ruimte gaven. Voor het theater moest ik bijvoorbeeld de relatie onderhouden met het havenbedrijf, dat een loods aan hen verhuurde. Men was blij om mij tegenover zich te hebben in plaats van de afstandelijke theaterdirecteur, die ze toch niet helemaal vertrouwden. Mijn kracht lag erin om mensen op hun gemak te stellen, interesse te tonen in wat ze deden en dan vriendelijk mijn eigen wensenlijstje toe te lichten.
Politiek avontuur
Dat lukte veel minder toen ik op de lijst kwam te staan van de Democratische Partij, een oud politiek bolwerk op Curaçao. Vol vertrouwen had ik ‘ja’ gezegd tegen partijleider Norberto Ribeiro, die ik het jaar daarvoor nog had ontmoet in Washington. Hij was gevolmachtigd minister en ik vertelde hem over mijn visie op de binnenstad. Hij was onder de indruk en wilde dat ik lid werd van zijn team. In alle politieke thema’s ging mijn binnenstad en de visie voor het eiland verloren en plichtmatig vervulde ik mijn rol in de campagne. Het echte vuur voelde ik nooit en we wonnen dan ook geen enkele zetel.
Dansen in New York
Gelukkig kreeg ik snel daarna een nieuwe kans: ik haalde het Amerikaanse Consulaat binnen als sponsor voor een dansfestival met dansers uit New York. Ik vond de juiste mensen om mij te helpen en in februari was het dan zover. Ik maakte veel fouten maar het werd opgevangen door de groep. Het project ging echter uit als een nachtkaars. Het einde was niet goed en de film werd nauwelijks bezocht. Mijn poging om mensen bij elkaar te brengen was maar gedeeltelijk geslaagd. Misschien had ik het verkeerde medium gebruikt, ik was zelf allang niet meer een fanatieke danser. Blijkbaar lag alleen de danser uit New York, Niles, dicht bij mij gevoel en niet het project. Hij trok me er door heen, maar overleed helaas een jaar daarna plotseling. Een teken aan de wand.
De ziel van de samenleving
Met hart en ziel heb ik me gericht op de binnenstad, om te zorgen dat de bevolking van Curaçao in haar weer haar ziel zou ontdekken, de vrijheid zou ontdekken om zichzelf te zijn samen met alle andere mensen op het eiland. De binnenstad als ultieme verbinding. Vandaar dat ik later een evenement bedacht dat deze eenheid, deze inspiratie voelbaar zou maken: Down Town Passion Weeks. De naam was een opmaat voor de merknaam die ik had bedacht voor de binnenstad: ‘Port of Passion’, een naam waarvoor minister van Economische Zaken, El Hakim, heel enthousiast was geworden.
Geen vertrouwen
Down Town Passion Weeks was een verzameling van dans en muziekwedstrijden in alle vier de delen van de binnenstad, met een dominowedstrijd en een bingo tot slot. Het zou een volksfestijn moeten worden, maar toen een hoofdsponsor niet mee deed, zakte het evenement als een pudding in elkaar. Ik probeerde door te gaan met promotie via social media en mond-tot-mond, maar er was geen vertrouwen bij het toeristenbureau. Mijn capaciteit om te communiceren was niet voldoende, dat heb ik geleerd, en daardoor kon ik mij niet (op tijd) verbinden met de juiste mensen. Maar het idee was goed en wie weet komt het nog eens van pas….
Heldenstad
In Nederland begaf ik mij met evenveel enthousiasme op het pad van citymarketing in mijn geboortestad, in een poging om de ziel van de stad te pakken en mensen te verbinden. Ik bedacht ‘City of Heroes’ voor Breda, omdat we de beste DJ’s ter wereld hebben, voetbalhelden, kunstenaars en andere mensen om trots op te zijn. Bovendien is iedere vader een held in zijn eigen gezin en elke trainer voor zijn eigen team. Ik hield een vlammend betoog in de gemeenteraad en sprak links en rechts met mensen, maar kon niet de juiste verbindingen leggen om er een beleid van te maken.
Eigen doelen bereiken
Misschien heb ik niet genoeg geduld gehad, de dingen raakten in een stroomversnelling door mijn lidmaatschap van de VVD en het oprichten van mijn eigen politieke partij daarna. Achteraf verklaar ik alles door een chronisch gebrek aan vrijheid door het woud aan organisaties die er in Nederland bestaan. Je moet altijd ergens bij horen voordat je ruimte krijgt. Met mijn partij wilde ik dit aanpakken, meer individuele vrijheid, minder bemoeizucht, minder betutteling. Het is nog steeds mijn overtuiging dat mensen ondernemend genoeg zijn om hun eigen doelen te bereiken en daarbij niet aan het handje gehouden hoeven worden. Juist in andere culturen is die overlevingsdrang sterk aanwezig, maar in Nederland wordt deze kapot gemaakt met allerlei regeltjes en wetten. De Nederlander is er op zich bij gebaat, maar ook daar zijn groepen die zich prima zelf redden, onder arm en rijk.
Innovatie
En dit brengt mij terug thuis: Curaçao. De afwezigheid van regels garandeert daar niet dat iedereen goed voor zichzelf kan zorgen. Er is veel afhankelijkheid van de familie, met allerlei sociale controle en druk van dien. En dat geldt ook voor rijk en arm! Mijn volgende project wordt het opzetten van een organisatie die dit gaat aanpakken, drijvende op de innovatieve kracht van de Curaçaose samenleving. Nieuwe manieren om huizen te bouwen, nieuwe manieren om geld te verdienen. Met meer kansen, begeleiding en broederschap, waar vriendschappen ten grondslag liggen aan een beter leven. Moge mijn toekomstige baan bij het ministerie van VVRP mij voldoende vrijheid bieden om dit te doen!
Recente reacties