• (+31) 85 792 0492
  • info@interamb.com

Hoe chemicaliën ons gedrag beïnvloeden

Vanaf het moment dat we nog in de buik zitten, de eerste negen maanden van de rest van ons leven, hebben hormonen een belangrijke rol. De huishouding hiervan bepaalt bijvoorbeeld in de tweede helft van de zwangerschap welk geslacht je zult hebben, al kan het ook voorkomen dat het bij de geboorte gekregen geslacht niet overeenkomt met hoe die persoon zich voelt, of welk geslacht hij/zij eigenlijk had moeten krijgen (genitaal disformisme of een andere ontwikkeling in de hersenen dan aangeboren geslacht). Omdat zowel de baby als de moeder tijdens de zwangerschap hormoonactief zijn, ontstaat er een uitwisseling van hormonen tussen moeder en baby.

 

Het belang van een gereguleerde hormoonhuishouding tijdens de zwangerschap is één van de redenen dat het zo enorm belangrijk is dat vrouwen een stressvrije zwangerschap beleven. Als de moeder toch in de stress schiet, gaat het cortisolgehalte omhoog (stresshormoon) en dat blijkt voor de toekomst van de baby zeer nadelig. Maar dat is niet waar ik het over wil hebben.

 

Ik wil het hebben over de soms magische werking van hormonen en neurotransmitters (chemische stofjes) die in ons lichaam en brein aan het werk zijn. Deze bepalen voor een groot deel ons gedrag.

 

Een overdosis aan hormonen

Iedereen herkent het. De puberteitsfase van een leven. Een explosie aan hormonen. Door een overdosis aan testosteron zie je bij jongens het haantjesgedrag en territoriumdrang toenemen. Met als het gevolg soms, of vaak, een vechtpartijtje hier en daar. Door een verandering in de aanmaak van melatonine (het slaaphormoon) slapen pubers een gat in de dag. En dit geldt trouwens niet alleen voor jongens. Een ander hormoon die tijdens de puberteit op hol slaat is fenylethylamine (FEA). Deze stimuleert de productie van dopamine en dopamine zorgt weer voor dat overweldigende verliefde gevoel, waar je intens gelukkig van wordt. Weet je nog die eerste keer verliefdheid? Good ol’ puppy love. Dit FEA-goedje is een verklaring voor de soms obsessieve, extreme gedachten en emotionele instabiliteit die bij de puberteit komt kijken.

 

Deze hormonen en neurotransmitters hebben niet alleen invloed in onze puberteit. In de volwassenheid zijn de hormonale ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan, als het goed is, verder gestabiliseerd en leidt dit tot een veranderend, vaak rustiger gedragspatroon. Maar zelfs dan kan het gebeuren dat we door gebeurtenissen, die als trigger fungeren voor biologische reacties (bijvoorbeeld fight or flight, of territoriumdrang in de vorm van voetbalgeweld), ons laten meeslepen in de biochemische emoties van ons zijn. Neem hier in acht dat iedereen zijn eigen unieke biologische opbouw heeft en dat de ontwikkeling en mate van productie in de aanmaak hiervan per persoon kan verschillen. Bij mensen met een kwetsbaarheid voor depressie zie je vaak een tekort aan de aanmaak van serotonine. Of de thrill seekers, die in hun constante drang naar spanning en sensatie de adrenaline-aanmaak in hun lijf maar moeten blijven aanvullen. En hun kick halen uit skydiven, free-running of het meedoen aan (illegale) races.

 

Uiteraard hebben omgevingsfactoren ook een grote invloed op de ontwikkeling tot volwassenheid en het gedragsrepertoire dat iemand bezit.

 

Adrenaline

Een ander interessant hormoon is de welbekende adrenaline. De invloed hiervan, vooral in grote aantallen en in een negatief voedende setting, kan desastreuze gevolgen hebben. Kijk maar naar het geweld en de extreme mate waarin voetbalgeweld uit de hand kan lopen. Vaak zijn het mannen die bij dit soort evenementen agressie veroorzaken. De testosteron zorgt ervoor dat de man sneller in actie treedt en de competitie aan wil gaan, territorium afbakenen. En deze driften zijn het, die ervoor zorgen dat de drempel voor adrenalineproductie heel laag ligt. Probeer je dan eens voor te stellen wat er gebeurt als je een stadion volstopt met duizenden van deze testosteronbommetjes, en je hier ook het groepsaspect, het gevoel van ergens bij te horen, aan toevoegt. Rellen dus.

 

Vlinders en aantrekkingskracht

Tot slot wil ik hier een liefdevol einde aan breien en het hormoon oxytocine kort belichten. Dit hormoon komt vrij door (intieme) aanrakingen en zorgt onder andere voor de versterking van hechting tussen partners. Het komt voor bij zowel mannen als vrouwen en bij mannen zorgt het in combinatie met vasopressine voor de vrijlating van adrenaline. Je kunt zeggen dat oestrogeen, testosteron, vasopressine en oxytocine de hormonen zijn die voor plezierige gevoelens zorgen. Dat vraagt toch om meer? Als we praten over potentiele partners mogen feromonen niet uit het rijtje ontbreken; ‘Feromonen’ ; stofjes afgescheiden door de mens. Feromonen beïnvloeden (seksuele) communicatie tussen man en vrouw –of vrouw en vrouw, of man en man, het maakt niet uit- Het zorgt voor de aantrekkingskracht tussen twee (potentiele) geliefden, in welke combinatie dan ook. Feromonen hebben invloed op de hormoonhuishouding van de ander en kunnen derhalve, ook gezien worden als één van die chemicaliën die ons gedrag beïnvloeden.